Zoek met minimaal 3 karakters
Kasseistenen, de historie opnieuw ontdekt! Het woord (en de oudere vorm kalsijde) komt van het eigenlijk van het Latijnse (via) calceata, een met kalk bedekt(e weg). Belangrijke wegen werden vroeger met kasseien verhard om ze beter begaanbaar te maken dan zand- of aardewegen. In onverharde wegen ontstaan gemakkelijk karrensporen, en ze worden bij slecht weer snel modderig of onberijdbaar. Wanneer de stenen een gelijkaardig formaat hebben worden ze meestal in verband gelegd. In enkele specifieke gevallen worden kasseiwegen nog steeds nieuw aangelegd, voor het inrichten van kruispunten voor het afremmen van het verkeer, of omwille van het esthetisch uitzicht. Kasseistenen worden ook nog gebruikt voor opritten of de bestrating rondom boerderijen vanwege de waterdoorlatende eigenschappen van een kasseiverharding. Het bestraten met kasseien is erg ambachtelijk en vaak zeer tijdrovend.